Deel van het geheel
Op een zondagavond kijk ik met een bord eten op schoot naar voetbal. De spits van Ajax staat helemaal vrij en scoort met het hoofd. Ik snap niet waarom geen enkele verdediger van de tegenpartij hem dekt. In de herhaling zie ik, via een andere uitgezoomde camerapositie, dat de verdediger die met hem mee moest lopen uitglijdt. Als je uitzoomt, zie je meer.
Het beeld vanuit één camerapositie
Bij een voetbalwedstrijd kunnen wel rond de twintig camera’s staan. Uiteraard zien wij thuis voor de tv slechts het beeld vanuit één camerapositie. Deze ochtend hangt er al heel vroeg een gevoel van zinloosheid om me heen. Ik heb het nog niet helderder dan dit. Het is voor mij direct duidelijk dat wat ik ervaar slechts het beeld vanuit één camerapositie is. Stel dat het de linkerverdediger is die voelt dat wat hij doet zinloos is, dan betekent dat nog niet dat het hele team dit zo ervaart. In deze vergelijking zie ik mezelf als een heel team. De camera staat gericht op de linkerverdediger en meer zie ik even niet, dus zijn er de gedachtes: ‘Wat heeft het voor zin dat ik doe? Het lukt toch niet? Het gaat al zo vaak zo en wat schiet ik er nou mee op?’ Zolang ik niet uitzoom leef ik deze linkerverdediger en beleef ik mijn hele dag vanuit deze speler. De daar bijbehorende deprimerende gevoelens en gedachten krijg ik er uiteraard gratis bij. Vanuit zijn bril kijk ik dan naar de wereld.
Ik ben het hele team
Zodra ik besef dat ik het hele team ben, zoom ik automatisch uit. Ik krijg op die manier het beeld van een camerapositie waarbij ik het hele elftal kan zien. De tien andere spelers die voelen en weten dat ze op de goede weg zijn en dat ze van waarde zijn. Daarmee is het gevoel van de linkerverdediger niet weg, maar het zorgt wel direct voor bevrijding. Vanuit deze uitgezoomde positie is het heel anders om de linkerverdediger eventueel te helpen dan vanuit de ingezoomde positie. Zwart wit gezegd kan de linkerverdediger zichzelf namelijk niet helpen, anders had hij namelijk geen probleem gehad.
De functie van inzoomen
Het inzoomen en samenvallen met de linkerverdediger heeft een functie. Door die vernauwing van je bewustzijn krijg je inzicht in dat deel dat aandacht nodig heeft (oftewel in de speler waarop de camera is ingezoomd). In mij is dat deze ochtend het deel met het gevoel dat het zinloos is wat ik doe. Door het samenvallen met dat deel weet en voel ik wat dit deel ervaart. Hierdoor krijg ik inzicht in wat er in mij speelt, waardoor ik het kan omzetten. Zodra je samenvalt met het deel dat aandacht nodig heeft, kan je weer uitzoomen naar jezelf als geheel. Je bent dat deel tenslotte niet, want je bent het geheel. Voor dat deel is het moeilijker om zichzelf te helpen. Dat is gemakkelijker vanuit je positie van heelheid.
De uitzoomende vraag
Als je merkt dat je samenvalt met een deel van jezelf is het heel eenvoudig om weer terug te gaan naar jezelf als geheel. Het stellen van de volgende vraag helpt je daarbij: Welk deel in mij heeft nu aandacht nodig? Het zorgt voor een directe verschuiving van inzoomen naar uitzoomen. Je komt direct in je kracht en in je volwassenstuk. Vervolgens kan je vanuit daar voor het deel zorgen, in plaats van het deel zelf de oplossing te laten zoeken.
Een leerling vraagt aandacht
Een tijdje terug loop ik op maandag weer in de gangen op de middelbare school waar ik werk. Na er lang tussenuit te zijn geweest, kom ik langs om te kijken hoe het is om weer op school te zijn. Vlak bij de trappen naar de ruimte waar veel leerlingen vrij aan het werk zijn, merk ik bij mezelf dat ik niet verder omhoog durf te lopen. De gedachte die ik heb is: ‘Daar zitten de grote jongens.’ Het is voor mij, door de woorden ‘grote jongens’, overduidelijk dat er een leerling aandacht wil. De leerling die aandacht wil is ongeveer dertien en ben ik zelf. Ondanks dat ik 37 jaar ben, loopt daar op dat moment energetisch gezien een verlegen en onzeker jongetje van dertien, die het onwijs spannend vind om langs de grote jongens te lopen uit havo 5. De eerste jaren op de middelbare school heb ik het onwijs spannend gevonden om me op school vrij te bewegen. Dit wordt weer geactiveerd nu ik als docent op school rondloop. Er is blijkbaar een deel in mij dat nog heling nodig heeft.
De leerling vraagt bij mij een sessie aan
Dat jongetje van 13 vraagt nu aan mij aandacht om hem te helpen. Dat aandacht vragen gaat niet via een appje of sms. Ik krijg geen telefoontje of mailtje met een verzoek om een sessie met hem. Nee. De hulpvraag van dit jongetje komt doordat ik mij nu voel zoals hij zich destijds voelde. Zo werkt dat. De hulpvraag van een deel komt altijd via de gevoelens en de gedachten van dat deel.
Al het geheelde komt terug bij het geheel
Als ik vanuit mezelf als volwassen man van 37 door de gang loop, dan is het geen enkel probleem om langs die geweldige jongens en meiden te lopen uit havo 5. Dan zou ik gezellig met ze over voetbal ouwehoeren. Het is dus aan mij om weer in mijn volwassenstuk te komen en voor mijn innerlijke leerling te zorgen. Ik heb blijkbaar nog iets van hem te leren. Vervolgens kan ik aan hem vragen wat hij nodig heeft en hem dat geven. Ik ben de enige en beste die voor hem kan zorgen. Ik ken hem door en door en weet, dan wel bewust of onbewust, precies hoe hij zich voelt. Pas als het geheeld is, komt het deel bij het geheel.
De wedstrijd begint van voor af aan
Dan ontstaat er een nieuwe basis waarbij de linkerverdediger zich anders voelt. Vervolgens begint de wedstrijd van voor af aan. De rechteraanvaller heeft een hulpvraag. De camera zoomt in en jij voelt je precies zoals de rechteraanvaller. Je valt samen met hem, je zoomt uit en vanuit je kracht geef je hem wat hij nodig heeft. Dat deel komt bij het geheel. De wedstrijd gaat door. De linkerverdediger loopt naar voren en geeft hem voor. De rechteraanvaller staat helemaal vrij en kopt binnen: doelpunt. Het publiek, ook wel de 12de man genoemd, juicht voor het hele team.