Hoe andere levens doorwerken in dit leven – haar man
Haar man is dood en ik ben een walvis
Het is zondagochtend rond zevenen als mijn toenmalige vriendin en ik elkaar ontmoeten op de bank. Ik kom net van boven waar ik qi-gong heb gedaan en voel me ontspannen. Mijn vriendin komt vanaf de slaapkamer waar ze heeft liggen huilen en voelt zich duidelijk verdrietig. Zij gaat aan de ene kant van de driezitsbank zitten met haar rechterschouder leunend tegen de achterleuning. Aan de andere kant van de bank leun ik met mijn linkerschouder tegen de achterleuning en met mijn onderrug tegen de zijleuning. Op die manier kunnen we elkaar rustig aankijken. Ik haal diep adem en blaas rustig uit. Mijn lichaam ontspant nog dieper en ik zak meer in het moment met mijn aandacht bij haar. Ze vertelt dat ze die nacht in paniek raakte dat ze me kwijt zou raken. Ik vraag steun aan mijn gidsen over wat in het hoogste en beste goed is van haar, mij en allen om te zeggen en te doen wat op dat moment het beste is. Door mijn achtergrond als therapeut kan ik haar begeleiden op de manier zoals ik bij een sessie zou doen. Als ik me tot haar verhoud als haar geliefde dan zou ik even goed luisteren, maar niet altijd doorvragen om bij de kern te komen. De overeenkomst is dat ik me in beide gevallen afstem op mijn innerlijke leiding (de Heilige Geest, gidsen, God, intuïtie of hoe je het ook noemt). En ik vraag het geregeld aan haar: ‘Hoe vindt je het fijn als ik er voor je ben?’ In dit geval voel ik dat het ondersteunend is om haar te begeleiden zoals ik in een sessie zou doen.
Als snel komt ze uit in een ander leven. Daarin is haar toenmalige man in zijn slaap gestorven. Zij was zwanger van hem en was hem plotseling kwijt. In deze afgelopen nacht werd dit trauma, dat als energieveld in of rondom haar aanwezig is, in die mate geactiveerd dat het aan de oppervlakte kwam. De betreffende blokkade in haar energiesysteem is er blijkbaar klaar voor om omgezet te worden. Het dient zich aan in de vorm van paniek en verdriet, omdat ze dat als vrouw in dat andere leven zo ervoer. De ervaring uit het andere leven komt als laagje over de gebeurtenis van het huidige leven en moment. Ik lag weliswaar te slapen maar ben tenslotte gewoon fit en fruitig wakker geworden. Het heeft dus niet concreet met iets te maken wat er gebeurde waar ze zich zorgen over heeft kunnen maken, bijvoorbeeld dat ik me onwel zou voelen. De aanleiding voor een trauma om aan de oppervlakte te komen, kan dus klein zijn. In dit geval is het voldoende om naast mij te slapen. Ze houdt van mij en hield destijds van haar man die vredig ging slapen, maar niet meer wakker werd.
In dit geval wordt ze dus angstig en verdrietig wakker. Ik ben dankbaar dat ze dat los kan koppelen van mij. Ze begrijpt dat het niet direct met het nu te maken hoeft te hebben en dat scheelt in een relatie heel veel extra strijd en onbegrip. Al haar eventuele frustraties, angsten en projecties die naar boven komen in onze relatie die liggen nooit aan mij. Dat is fijn. Ik lever hoogstens een bijdrage om dat wat al in haar aanwezig is naar boven te laten komen. Als er bij mij iets geraakt wordt in onze relatie, dan ligt dat uiteraard wel aan haar. Nee, andersom geldt hetzelfde. Alles wat in mij naar boven komt, heeft niets met het haar huidige gedrag te maken, maar alles met mijn eigen verleden. Ik heb het in deze gevallen overigens niet over situaties waarbij één van ons iets doet wat op dat moment niet netjes of liefdevol is. Dat is een ander thema waar ik qua onderwerp nu niet dieper op in ga. Het heeft weliswaar een gelijke strekking, maar verdient veel meer nuances.
We bekijken beiden het beeld en haar ervaring van het andere leven wat gedetailleerder. Daar zit haar kernpijn en is dus een effectieve ingang om het bij de kern te transformeren. Ik zeg haar: ‘Vraag maar aan die man wie het is. Als het nodig is dan krijg je antwoord’. Het is even stil, terwijl ik al een vermoeden heb wie het is. Even later zegt ze: ‘Jij bent het’.
Ik heb al eens eerder bij een sessie meegemaakt dat ik mezelf tegenkwam in het leven van de ander. Ook andersom overigens. Dat ik voor heling degene tegenkwam in een ander leven die als therapeut naast me zat. Eén keer bleek zelfs dat ik die ander destijds vermoord had. ‘Hé, ik heb jou toen vermoord. Sorry nog. Wil je me nog wel verder helpen nu?’
Ik vind het bizar om te zien hoe de geest werkt. Mijn vriendin is dus bang dat ze mij verliest. Die angst komt vanuit de vrouw die zij was die haar man dood heeft aangetroffen. Maar juist dat ik nu levend tegenover haar zit, maakt het toch overduidelijk dat ze nooit bang hoeft te zijn dat ze mij verliest. Ik ben er. Ik ben er gewoon. Ik zit tegenover haar. Blijkbaar werken gevoelens en gedachten niet volgens die logica. Sowieso kunnen we elkaar helemaal niet verliezen, omdat we één en dezelfde liefde zijn die als droomfiguren in dit leven lijken te verschijnen. Maar los daarvan, kunnen we elkaar nooit verliezen. Natuurlijk is het wel zo, dat die vrouw die haar man destijds heeft verloren, er alleen voor stond met een kind en dat dit voor die vrouw heel intens is geweest. Dat verdriet, die angst en pijn komen als laagje over de huidige werkelijkheid. Ze voelt en ziet het laagje als ik naast haar slaap. Gelukkig kan ze het loskoppelen van het nu waardoor het lichter wordt en ze dichter bij het oplossen ervan zit. Als je het namelijk wel projecteert op het huidige moment en de bijbehorende personen, val je sneller in de valkuil om het daar te willen uitzoeken. Terwijl dat huidige moment, dat je door het laagje over de werkelijkheid bekeek, er slechts was om het aan de oppervlakte te brengen, zodat je het in jezelf kon transformeren.
‘Wat heeft de vrouw die jij was nu nog nodig?’ vraag ik haar even later. We zitten nog op de bank en ze geeft in de energie aan die vrouw wat ze nog nodig heeft. Ze heelt zichzelf op die manier door alle tijden heen. Overal waar ze een gelijksoortige ervaring had, ontvangt ze heling; In het nu en in wat we verleden en toekomst noemen.
Niet veel later is het goed voor dat moment en ronden we af. Ze vraagt of ik wat wil eten. ‘Ja, zeker. Ik voel me de hele ochtend al fris en fruitig, nu wil ik een banaan. Dan ga ik even in bad en dan kunnen we wat mij betreft gaan ontbijten.’ Het is nog geen acht uur ‘s ochtends en we hebben er al een reis naar een ander leven opzitten. Tijdens de havermout voel ik een ander leven waar ik haar van ken. Ik vraag aan haar: ‘Wil je zeggen wat er in je opkomt bij de volgende vraag?’ Ze knikt. ‘Ben jij in een ander leven een walvis geweest?’ Ze glimlacht en zegt: ‘Het eerste wat in me opkomt is ja. En jij?’ ‘Ja, ik had mezelf al eerder als walvis gezien, maar heb jou toen niet zien rondzwemmen. Je zag er toen ook anders uit hoor. Maar nu zie ik ons samen zwemmen.’ Ze lacht en vraagt wat ik nog meer zie. ‘Vooral veel blauw.’ ‘Mis je het om walvis te zijn?’ vraagt ze. ‘Nee, niet specifiek’, antwoord ik, ‘maar hoezo?’ ‘Nou, je zat net zo lang in bad.’