Volg jezelf en dans jouw dans

Je vrij voelen door projecties van anderen bij anderen laten

Ik kom de danszaal binnen en er zijn al veel mensen aan het dansen. Iedereen is op zichzelf gericht en op zijn of haar eigen behoefte en beweging. Het is prachtig om de verscheidenheid te zien. De één maakt grote zwierige passen, de ander ligt op de grond rustig de enkels los te draaien en weer een ander houdt zacht wiegend de armen gebogen met de handpalmen naar zijn gezicht. Ik zet mijn fles drinken aan de zijkant van de zaal bij een bankje. Daarna geef ik de workshopdocent een hand. Hij heet Danny. ‘Ik heet Robert.’

Bij het binnenkomen valt het me op dat ik niet iedereen ontzettend irritant vind. Dat klinkt misschien gek, maar dat zou ik langer terug wel hebben gevonden. Het is voor mij een beschermingsmechanisme om afstand te houden van andere mensen. Bij groepen mensen kon ik me snel onzeker voelen over hoe me op te stellen en te verhouden tot anderen. Ik voelde me snel anders en alleen of ik miste de verbinding. Om dat niet direct te voelen, vond ik anderen stom. Het was lang een razendsnelle projectie op anderen, waarvan ik merkte dat ik die nu niet had. Mijn projectie is deze avond dat iedereen leuk is.

Wat voor mij helpt om me veiliger en meer ontspannen te voelen is dat Fiona, een goeie vriendin, er ook is. We zijn samen gekomen en zij zit al ergens in de zaal op de grond. Die avond hebben we nauwelijks contact met dansen, maar toch voelt ze als een ankerpunt voor me. Fiona en ik hadden van te voren afgesproken op de parkeerplaats en waren voor het eerst in Arnhem naar deze workshop de ‘Vijf ritmes’. Ze wilde graag nog een keer bij deze docent de Vijf ritmes dansen na hem een keer als invaller in Utrecht, waar ze normaal danst, gehad te hebben. ’Ik voelde aan mijn lichaam al toen ik binnenkwam dat er een heel fijn veld was neergezet,’ vertelde ze over die vorige keer. Ik hou van dansen en Fiona vroeg me mee om nu naar Arnhem te gaan. Op de parkeerplaats geven we elkaar een knuffel. Er zijn twee gebouwen waar de workshop kan plaatsvinden. We zien twee vrouwen voor ons naar het rechtergebouw lopen. ‘Ja, die gaan er ook heen,’ zegt Fiona. ‘Ken je hen van het dansen?’ vraag ik. ‘Nee, maar ze zien eruit alsof ze naar de Vijf ritmes gaan. Laten we even lekker onze vooroordelen gebruiken,’ lacht ze. In de betreffende gebouwen waren ontzettend veel activiteiten, zoals tango, salsa, een koor en een sportschool en toch wist ik dat Fiona gelijk had. ‘Ik had ook al het idee dat zij er ook naar toe zouden gaan,’ reageer ik. Ik vond dat ze met aandacht in contact waren en allebei in rust aanwezig. Daarop baseerde ik op dat moment dat ze waarschijnlijk ook naar de Vijf ritmes zouden gaan, hoewel daar natuurlijk allerlei verschillende soorten mensen komen. We volgen de twee vrouwen voor ons en komen aan bij de zaal voor de Vijf ritmes.

Na het warm dansen stopt Danny de muziek en roept iedereen in een cirkel bij elkaar. Het is een groep van bijna twintig mensen. Hij begint praktisch en heet mij vanwege mijn eerste keer nog specifiek welkom, wat ik prettig vind. Kort vertelt hij over een ervaring die hij in zijn vakantie heeft gehad. Ik vind het fijn om in gesproken taal contact te hebben met mensen. Op die manier leer ik mensen makkelijk en snel kennen. Stemmen en intonaties heb ik altijd al fascinerend gevonden. Er komt zoveel meer informatie mee als iemand iets vertelt. Bovendien wordt er de rest van de avond bij het dansen niet of nauwelijks met elkaar gesproken, dus om wel op deze manier te beginnen vind ik extra fijn. Danny vertelt verder over zijn vakantie: ‘Ik liep in de natuur en kwam een aantal honden tegen die begonnen te blaffen. In eerste instantie voelde ik me bang. Daarna besefte ik dat ik ook die agressie van die honden ben en dat hielp me om rustiger te worden. Ik ben alles buiten me. Ik ben dat. Ik ben dat. Ik ben dat.’ Ik sta met mijn ogen gesloten in de kring te luisteren en vind de avond nu al geslaagd. De afgelopen weken ben ik ook met het thema veiligheid bezig en dit is heel concreet waar ik iets mee kan. Ik ben ook de agressie die ik buiten me zie, bedenk ik me. Daarnaast blijkt voor mij in een paar zinnen dat Danny dezelfde levensvisie heeft als ik en het ook toepast in de praktijk. Behalve dat het me goed doet om te horen, weet ik dat die visie dus ook terugkomt in de workshop die avond. Dat hoeft dan niet te zijn dat je er bewust mee bezig gaat of over hoeft te hebben, maar wel dat het als visie onder alles zit wat hij doet.

Danny vertelt nog iets over de avond zelf: ‘De Vijf ritmes bestaan uit de vijf onderdelen vloeiend, staccato, chaos, lyrisch en stil. Die volgen, zoals altijd, elkaar op doordat ik verschillende muziek opzet. Doe wat goed voelt voor jezelf en veel plezier.’  Ik vind het heerlijk om te zien dat wederom iedereen in de ruimte zo zijn eigen gang gaat. De verschillen zijn groot en de bewegingen niet wat ik alledaags zie. Ik moet aan een discotheek denken en hoe onmogelijk het daar lijkt om zo te dansen zoals iedereen hier doet. Op de stapavonden waar ik was, dansten mensen veel meer hetzelfde zonder grote uitspattingen. In mezelf glimlach ik erom. Ik kijk nog een beetje om me heen aan het begin om me daarna over te geven aan mijn lichaam. Ik geef mijn lichaam toestemming om bewegingen te maken die dat lichaamsdeel willen maken. Het brengt me erg in het moment en ik volg de stroom in plaats te bedenken hoe ik graag wil dansen. Af en toe geeft Danny een suggestie van een lichaamsdeel om wat meer te volgen of de leiding te laten nemen in een beweging. Ik vind het grappig om te doen en ben blij dat ik me er vrij genoeg in voel. Zo ontdek ik bewegingen die ik nog nooit gemaakt heb.

Er is redelijk aan het begin van de avond één oefening samen met een partner. De één danst helemaal vrij zoals hij of zij wilt dansen en de ander volgt exact in elke beweging. Daarna vertelt degene die volgt aan de ander wat je op die ander projecteerde tijdens het volgen. Vervolgens wissel je. Ik ben al helemaal blij dat ik even mag praten tijdens het dansen. De vrouw met wie ik dans maakt bewegingen die binnen mijn comfortzone liggen op dat moment en hoe ik zelf ook zou kunnen dansen. Ik kopieer haar armen, benen, hoofd en zelfs haar gezicht. Als ze klaar is deel ik met haar wat ik op haar projecteerde tijdens het volgen. Eerst ben ik even stil om de woorden te voelen. Ik bedenk me nog dat ik het aan de ene kant onzinnig vind om te delen wat ik op haar projecteer, omdat het tenslotte niet over haar gaat. Aan de andere kant kan het boeiend zijn om te horen hoe je overkomt en of dat overeenkomt met hoe jij jezelf ervaart op dat moment. Ik sta voor haar, kijk haar aan en zeg: ‘Ik projecteer op jou dat je geniet van wat je aan het doen bent, je je vrij voelt en je gemakkelijk kan overgeven.’ Uiteraard luister ik zelf even mee wat ik blijkbaar over mezelf te vertellen heb. Overgave is in ieder geval een thema voor me en herken ik. Hoe kan ik me zoveel mogelijk overgeven aan het hoogste in dit moment? Dat is een vraag die ik me geregeld stel, waarbij ik me afstem op de Wil van God. Oftewel op het Goddelijke in mezelf wat voorbij mijn persoonlijkheid gaat. Daarna ben ik aan de beurt. Ik geniet. Ik voel me vrij. Ik geef me over. De vrouw met wie ik dans volgt mij precies, terwijl ik tegelijkertijd niet zoveel met haar bezig ben. Het lukt me goed om op mezelf geconcentreerd te zijn. Misschien is dat wel logisch, want ondanks dat zij in deze oefening degene is die volgt, volg ik ook. Zij is met haar aandacht gericht op mij, omdat zij mij volgt en ik ben gefocust op mezelf, omdat ik mij ook volg. Ik volg de impulsen van mijn lichaam. Danny zet de muziek even uit en geeft aan dat we kunnen uitwisselen. De vrouw met wie ik dans geeft het volgende aan: ‘Ik projecteer op jou dat alles helemaal goed is.’ Já, dat is het precies. Tijdens het dansen kon ik het niet benoemen hoe ik het ervaarde, maar zij verwoordt exact hoe ik het voel. Het is helemaal goed zoals het is.

Het dansen gaat verder en intussen zijn we bij het derde ritme: Chaos. Ik loop tussendoor even naar de wc en daar blijkt het ook een chaos te zijn. De kleedkamer is zeiknat en het wc-papier ligt verspreid op de grond. Ik stap om de plassen heen om zelf droog te kunnen plassen. Mijn stappen zouden een mooie dans kunnen zijn. Ik laat nog dieper tot me doordringen dat ik alles ben wat buiten me is. Dit wist ik, voelde ik en pas ik dagelijks toe. Ik ben ook agressie. Ik heb al meerdere levens gezien waarin ik verschillende dingen heb gedaan die ik daar zeker onder kan classificeren. Maar nu kan ik het ook heel concreet inzetten op het thema van me veilig voelen.

Ik dans, rust uit tegen een muur en drink wat. Het is een zeer geslaagde avond die bij de begincirkel al geslaagd was en daarna nog waardevoller werd. Ik voel me vrij en rustig. In de auto op de terugweg eten Fiona en ik wat paprika, komkommer en wortels. ‘En hoe vond je het?’ vraagt ze. ‘Die oefening die we deden, met het volgen en het delen van je projecties, was zo gaaf. Het voelde helemaal alsof alles goed was hoe het was en ik voelde me zo vrij. Ik besef volgens mij nu pas hoe dat komt. Het is in mijn leven geïntegreerd dat alles wat ik zie een projectie is van mij. Maar nu kan ik dieper voelen dat dit omgekeerd natuurlijk net zo waar is. Alles wat iemand anders vindt van mij is een projectie van die ander. Dát kon ik nu zo goed voelen. Daarom was het zo bevrijdend om te dansen. Het maakte me totaal niet uit wat die ander van mijn dansen zou vinden. Heb je nog een komkommer voor me?’ ‘Wat fijn,’ zegt Fiona. ‘En ik hoop dat je een stúkje komkommer bedoelt. Of heb je trek?’ ‘Ja, ik wil graag een stukje Fiona, niet de hele komkommer. Ik ben ook het stukje. Ik ben het geheel.’

Er zijn zoveel verschillende dansen mogelijk en er zijn zoveel meer verschillende projecties mogelijk. Alle projecties van anderen gaan over anderen. Wat een bevrijding is dat! Die projecties kan je dus ook bij andere laten. Daar hoef je niets mee. Als het je raakt, kan je daar uiteraard altijd naar kijken, omdat je dan kan leren hoe je naar je zelf kijkt. Maar laat het verder vooral los en dans jouw dans. Volg jezelf en dans jouw dans.